donderdag 29 juli 2010

MENEER ALZHEIMER

Er is elke week een dag dat ze rond half twee op haar fiets stapt. Het is een flink eindje fietsen, maar gelukkig heeft ze een fiets met trapondersteuning en zijn de acht kilometers fietsen peanuts.

Voor haar vertrek kijkt ze of er tip-top uitziet, beetje lippenstift op, lekker luchtje...het hoort allemaal bij haar voorbereidingen.

Ze propt de tas met schone was in de fietstas, Ook gaat er elke keer chocola of koek mee, en de libelle en/of margriet van de week ervoor. Zo vindt ze dat ze in elk geval een doel heeft en zal elk bezoek niet voor niets zijn.

Tijdens de fietstocht denkt ze altijd aan haar. Hoe fijn het is dat ze op de fiets naar haar toe kan, op die prachtige plek waar ze sinds twee jaar woont, een plek met liefdevolle zorg, veel warmte, rust en gezelligheid. Maar ook hoe moeilijk het is .....

Elke kilometer dichter bij haar eindbestemming gebruikt ze om zich voor te bereiden op wat komen gaat. Ze zal elk moment moeten kunnen schakelen tussen dochter, moeder, verzorgster, rechter en afstandelijke.



Haar bestemming bereikt, zet ze de fiets op slot, ketting hoeft hier gelukkig niet. De boerderij ziet er gezellig uit. Het erf wordt netjes gehouden door de bewoners en vrijwilligers. Ze merkt op dat de struiken gesnoeid zijn en dat er een duiventil geplaatst is. De kippen scharrelen rond en er staan bij de voordeur bloeiende planten in een pot.

Ze kijkt door het raam en ziet dat haar moeder in de stoel zit te slapen. Ze wacht niet of haar moeder opendoet, maar belt aan en de verzorgende doet open.

Je moeder slaapt, zegt ze.

Ze knikt en zegt dat ze dat al gezien had. Ze laat haar even slapen en kan rustig de meegebrachte was opruimen. Meteen kijkt ze de kast na. Ze ziet dat de kast niet zo ordelijk is . Haar moeder kan het niet meer zo goed bijhouden. Ze neemt een oude bloes mee om weg te gooien. De stof is zo dun geworden, een volgende wasbeurt wordt niet overleefd. Ze neemt de vuile was weer mee.

Ze kijkt de kamer rond en ziet de fotolijstjes met daarin plaatjes van bloemen. Haar moeder raakte van streek van de foto's die erin zaten. Elke keer wanneer ze foto's van haar overleden ouders en broer zag, vroeg ze waar ze waren en werd ze boos en verdrietig over het feit dat ze haar in de steek hadden gelaten.

Terug in de huiskamer groet ze de andere huisgenoten en vraagt hoe het ermee gaat. De libelle en margriet gaan op tafel: leesvoer, dames!

Haar moeder doet langzaam de ogen open en ziet haar. Ha, fijn dat jij er bent!

Ze loopt naar haar toe om een kus te geven, maar die wordt ontweken. Meteen komt de vraag hoe ze daar gekomen is.

Het welbekende antwoord: met de fiets, kijk daar staat hij. Half uur fietsen. Zo'n vier maal per bezoek.

Ze gaat bij haar moeder zitten en kijkt de huiskamer eens rond. De verzorgende gaat haar rapporten schrijven over de zes bewoners van deze woongroep. Om half drie komt de avonddienst en dan moet alles rond zijn.

Zucht. De conversatie komt vandaag niet op gang. Haar moeder loopt maar eens naar de wc en bij terugkomst gaat ze ergens anders zitten. Buiten beeld! Een echt bewijs dat meneer Alzheimer haar leven bepaalt.

Ze babbelt maar eens met de verzorgende. Wat een geluk dat dat kan! Ook de andere bewoners zijn wel in voor een praatje. Ze vraagt haar moeder of ze koffie wil en schenkt voor de anderen ook maar iets in. Dat scheelt de verzorging weer!



Een paar nietszeggende woorden worden gewisseld. Haar moeder kan niets met informatie, weet niet wat ze het half uur ervoor gegeten heeft, heeft niets aan belevenissen van haar thuisfront. Soms vertelt over haar vakantie, maar ze weet dat ze tegen het luchtledige praat. Het leven van haar moeder speelt zich binnen deze muren af, verder is er niets meer. Ze heeft meer met de mensen daar dan met haar; alhoewel haar moeder toch wel aangeeft dat ze belangrijk is. Wie zij is weet ze niet meer. Als moeder en dochter praten kan niet meer, geschiedenis delen, herinneringen ophalen, plannen vertellen, raad vragen...allemaal weg!! Het verdriet om het verlies van haar vader kon vanaf het moment van zijn overlijden ook al niet gedeeld worden. Heel af en toe roept ze zijn naam in een vlaag van automatisme. En als er dan verteld wordt dat hij overleden is, zegt ze: goh , wat zonde, het was zo'n fijne man!

Haar moeder leeft en beleeft alleen het moment. Alles wat zich voor of na een moment afspeelt is weg. Pijn bestaat alleen op dat moment; blijheid en verdriet ook. Zo wonderlijk!!! Ze heeft nog wel het idee dat ze daar moet werken in de zorg. Ze is niet anders gewend, vandaar. Dus geeft ze een andere bewoner te eten en te drinken en voelt ze de verantwoording als de verzorgende even weg is. Het besef is er dat het zwaar voor haar is en ze kan boos reageren als te het te druk heeft. Op dit moment kan ze het zorgen steeds meer los laten; voor iedereen een teken dat meneer Alzheimer haar verder omarmd.....zo duidelijk dat ze haar leven terugleeft!



Een volgend moment komt de avonddient binnen. Er heerst dan even wat bedrijvigheid. Haar moeder vraagt of de verzorgdende van de dag weggaat. Ja, die gaat weg, maar de avonddienst blijft bij haar. Oh, fijn!

Zo rond drie uur vertrekt ze maar weer. Haar moeder is nu wel in voor een zoen en ze zegt: wat ruik je lekker!! Kom je gauw weer terug! Ze laat haar dochter uit en roept nog snel: kijk je uit, ik kan je nog niet missen! Ze wordt door haar moeder nagezwaaid en ze zwaait zo lang ze kan terug, haar andere arm is gearmd met de arm van de verzorgende. Er wordt gelachen en haar moeder kijkt blij.



De acht kilometers terug gebruikt ze om het bezoekje te verwerken. Gelukkig was er een fijn moment. Haar moeder vindt het prima daar, ondanks dat ze aangeeft wel weg te willen. Meer kan ze als dochter niet voor haar doen. Ze vindt van zichzelf dat ze het steeds beter kan: het afscheid nemen van haar dochter-zijn en leren haar eigen moeder te zijn.

Haar moeder kan dat niet meer voor haar zijn.



Ze weet dat er zo vele dochters moeten zijn: Meneer Alzheimer rukt op in de wereld! En al deze dochters moeten deze meneer een plaatsje geven. Een keuze hebben ze niet. Hij is er, onomkeerbaar, definitief. En al die dochters beleven de momenten van pijn en verdriet ....hun moeders die hun leven terugleven, tot ver in de kindertijd! En al die dochters voelen zich schuldig; zouden zoveel meer voor hun moeder willen doen omdat zij dat voor hen ook gedaan hebben. Ze hebben nog zo veel vragen, nog zo veel te delen...

Dan spreken die dochters na verloop van tijd, zich toe: wees je eigen moeder als zij dat niet meer zijn kan; je moeder weet dat je dat kan want dat heb je van haar geleerd. Wees trots op alle dingen die je voor haar nog kunt doen en sluit maar vrede met meneer Alzheimer. Vechten heeft geen zin!



En een van die dochters ...........

Geen opmerkingen:

Een reactie posten