donderdag 29 juli 2010

ZUCHTEN....

Wisselligging links, na 5 minuten wisselligging rechts, dan maar weer op de rug: ik kan mijn draai niet vinden vannacht. Balen, want de wekker gaat om 6.18 uur af. Voor de gezondheid is het helemaal niets om een vroege dienst na een late dienst te draaien. Maar niet zeuren: ik heb zelf gevraagd om een ruiling en dan moet ik de consequentie dragen.


Het vervelende van een vroege dienst na een late is dat de werkzaamheden van de avond rechtstreeks overgaan in die van de dag. Ik weet precies wat er is gebeurd en wat er in de ochtend moet gaan gebeuren.

Nog maar eens draaien, effe toiletteren en een kopje kamillethee: niks helpt!!! Zucht.

De hele avond passert de revu. Het was heerlijk om weer eens met twee gediplomeerde, ervaren krachten te werken. Als vanzelf worden de werkjes verdeeld en vullen we elkaar aan. Zelfs een half woord is niet nodig!

De euforie van een goede avond verdwijnt wanneer er door familie gemopperd wordt. De kwaliteit deugt niet, er is veel te weinig aandacht, geen tijd om de extra dingen te doen enz. Kortom: veel frustaties. Er is tijd om een gesprek aan te gaan. Mijn collega neemt het gesprek voor haar rekening en ik ga verder met het andere werk.

Later hoor ik dat er, naast andere dingen, ook op mij kritiek was. Ik luister het aan en het kriebelt. Aan de ene kant zijn er de excuses: er kwam een opname, overdag was er ook niets aan gedaan, de dag ervoor ook al niet, moeten wij het dan weer oplossen, ze hadden al zoveel privileges , ze moeten niet zeuren, het gevoel hebben de drukte van de afdeling op te moeten vangen , geen grip meer hebben op de zorgen over de kwaliteit van de verpleging ......., maar aan de andere kant zijn daar het ernstige ziekteproces, gelukkig wel verbeterend, een stukje kwaliteit en plezier bieden, het gaat nog zo lang duren, het patientgericht werken......

Het zit me niet lekker en ik blijf maar draaien....zucht!



Wanneer de wekker gaat, blijk ik toch drie uren geslapen te hebben. Met een diepe zucht probeer ik de ogen open te krijgen en sta op.

Op mijn werk passeert de avond nogmaals. Alle collega's hebben een mening: of de ene, of de andere kant. Na een kop koffie gaan we maar aan de slag. De patient van gisteravond valt onder mijn hoede. Ik geef de zorg en er is zelfs tijd om de haren te wassen. Het wordt fijn gevonden .

In de middag kan er, volgens een afspraak die ik zelf gemaakt had met de patient en familie de avond ervoor, wel een en ander gebeuren. Het verliep die middag verder goed en met mijn collega's is er fijn gewerkt. Maar of de familie dat ook vond? Vandaag hebben we ons best gedaan maar er is ons niet het gevoel gegeven dat ze het waardeerden.

Jammer, op die waardering moet ik het niet aan laten komen.

Het belangrijkst is om mijzelf maar te waarderen en te beseffen dat het me nooit zal lukken om het echt iedereen naar de zin te maken, daarvoor zijn de belangen te verschillend op zo'n afdeling. Ik zal mijn best doen en ik neem me voor niet zo betrokken en gedreven te zijn want de enige die daar last van heeft ben ikzelf. Niemand is perfect, toch? Ik spreek mezelf maar eens ernstig toe en laat het gebeuren los.....



De nacht erna slaap ik weer prima en zuchtend sta ik toch op tijd op: sporten!!!

ZEUREN.....

Zeuren....een naar werkwoord en iedereen zal zich er wel eens schuldig aan maken. Mezelf incluis! En waar wordt er dan over gezeurd: de elektrische bedden die er niet voldoende zijn, de wasdoekjes zijn alweer op, de werkdruk is te hoog, de digitale medicatievoorschriften zijn niet duidelijk, de buizenpost doet het weer niet, de formulieren in de verpleegmappen zijn niet goed ingevuld, de materialen zijn niet voorradig, enz enz .
Soms heb ik dan de onbedwingbare behoefte om terug in de tijd te gaan kijken. Vroeger was namelijk alles beter! Personeel was er zat....de verhouding leerlingen/ gediplomeerden was namelijk 70%/30%!! De ouderwetse hoofdzuster liep visite en werkte samen met de secretaresse de opdrachten uit
Maar toch moest er veel harder gewerkt worden. Even een opsomming: De patiënten lagen in een bed dat je nu nog wel eens in Rusland of Afrika ziet: Niks omhoog/omlaag, nee, de bedden waren allemaal op dezelfde hoogte. Het hoofdeinde kon ook niet omhoog; er waren peluw-kussens waarmee getracht werd de patiënt comfortabel in bed te leggen. En dan de bedhekken: niet standaard op elk bed, en je moest eerst het kastje verrijden voor je het bedhek omlaag kon doen. Het werd namelijk opzij geklapt. De patiënten werden vanuit dat hoge bed in een luie stoel getild: ook weer niet verstelbaar! En dan moesten ze ook weer de hoogte in getild worden om in bed te komen. En dan niet 1 patient, maar een stuk of 10 per gang!
Het rokertje werd ook niet vergeten. Iedere afdeling had zijn eigen rokersruimte: het gezellige dagverblijf! De muren geel/bruin van de rook, jaren-zeventig gordijnen ( oranje-bruin) en de geruite tafelkleden completeerden het geheel. Wat moet het er gestonken hebben!!!
In de avonddienst werkte je met drie personen op 36 patiënten en dan moest er ook nog drinken gedeeld worden. Om 20.00 drinken delen, van 20.30 tot 21.30 de A-kant en van 21.30 tot 22.30 de B-kant!!! Twee deden de verzorgingsronde en de derde deed de medicijnen, de sondevoedingen, infuzen en controles.
De bevindingen werden in klappers geschreven: 1 per gang. De rapportage bestond uit een opnamevelletje en verder alleen rapportagevellen. De visite werd in groen geschreven. ( door de hoofdzuster, die de visite liep) Alle controles werden een een boekje geschreven met een harde kaft. 's Nachts moest je lijntjes daarvoor trekken en de namen van de patiënten vast opschrijven.
's Nachts werkte je met drie: het ontbijt werd namelijk in de nacht klaargemaakt en gedeeld om 7.00 uur. Per patiënt lagen de sneetjes brood op een bordje,belegd en gesneden onder een cellofaantje. Stapels borden stonden er dan in de koelkast klaar. Om 7.00 werden thee en koffie gezet en pap gemaakt; en door de wacht rondgedeeld. Besef wel dat er dan al een ronde geweest was van patienten verschonen en goedleggen!!
En dan, denkend aan die goeie ouwe tijd, heb ik het nog niet gehad over de beddezeilen, steeklakens, glazen infuusflessen, de gang naar het mortuarium, het granieten aanrecht in het oude Wilhelmina enz ....
Er is veel ten goede veranderd, en het werk is echt minder zwaar geworden. Maar de werkdruk is op veel andere manieren gegroeid en zwaarder geworden. De idealen van vroeger zijn misschien wel bereikt, maar er zijn weer andere idealen voor in de plaats gekomen.
Er valt nog genoeg te vertellen...later meer...

VERDIENEN

Vandaag een maandelijks terugkerende heugelijke dag: het openen van de envelop waarin zich de loonstrook bevindt. Een prachtig moment dat ik deze maand, wat een toeval, voor de 400ste keer beleef!!!!!

Over de hoogte van dat bedrag ga ik het nu niet hebben, daar hebben we tenslotte allemaal ons eigen idee over, maar het is leuk eens te kijken wat de patient voor dat geld eigenlijk krijgt:

Vastgesteld is dat ik voor dat bedrag een aantal dagen per maand werk.

Als all-round verpleegkundige ben ik 8 uren per dag in de running op de afdeling. Ik houd me dan bezig met de zorg voor alle aanwezige patienten, zo'n 12 per dag. Samen met twee of drie collega's.

Hoe gaat dat dan?

Nou, dat betekent: dossiers lezen, overdracht van de vorige dienst krijgen, medicijnen delen, in de gaten houden of iedereen wel eet en drinkt, controleren van bloeddruk, pols, temperatuur, saturatie meten, ademhaling tellen, helpen met wassen, helpen met uit en in bed komen, bedden opmaken, inlichten en voorbereiden voor onderzoeken, opnames doen, ontslag regelen, infuzen controleren, infuzen inbrengen, collega's helpen, telefoontjes beantwoorden, visite lopen, afspraken regelen, familie te woord staan, alles rapporteren, actielijsten bijwerken enzovoort.....

Daar vul ik een hele dag mee.

Maar dat is echt nog niet alles!!!

De neven activiteiten vullen ook nog heel wat uren: te beginnen met zeer simpele zoals daar zijn: schoonmaken van het nachtkastje en werkblad, prullenbakken legen, waszakken dichtknopen en opruimen, kasten bijvullen, waskarren met schone was opruimen, voorraadkasten in- en opruimen en alles op de juiste plekken houden, bellen als er apparaten kapot zijn en wegbrengen om te laten repareren, infuusflessen in de kast zetten, medicijnen op alfabet in de kast zetten en achter materiaal aan gaan als het op de afdeling niet meer aanwezig is .

Verder zijn daar nog: het informeren van anderen over acties bij de patient, onderling overleggen , het werkoverleg, het deelnemen aan commissies en werkgroepen, het inwerken van nieuwe collega's, het begeleiden van leerlingen en stagiaires, het volgen van cursussen en het lezen van de vakbladen.

Geloof het of niet, maar dan is er zelfs nog tijd om eens te genieten van de mooie momenten, het zingen van een liedje, het vasthouden van een hand, een aai over een rimpelige wang, een fijn gesprekje, het bijstaan van iemand in de laatste uren, het fijn hebben met de collega's en het beseffen dat het een mooi vak is om te doen, ondanks de zware, drukke momenten!!

THEEKRANSJE!?

Sinds ruim een jaar probeer ik, naast het werken op de afdeling, meer te doen met mijn kennis en ervaring. Bovendien is het verder kijken dan je eigen afdeling zeer nuttig. Nou doe ik dat al op decubitus-gebied, maar er zijn binnen het CWZ meer dingen die je buiten je afdeling kunt doen. Zo is daar de Verpleegkundige Staf. Een groep verpleegkundigen die, namens de "werkvloer", de kwaliteit van de zorgverlening van het CWZ bewaakt, bespreekt en het bestuur adviseert in nieuw beleid. Het is niet de bedoeling daar de specifieke afdelingsproblemen te bespreken, maar alles over de zorg in een breed perspectief.

Het eerste wat me opviel in deze groep is het hoge gehalte verpleegkundigen dat al jaren in het CWZ werkt. Ieder kan dus spreken over hoe het vroeger was en hoe het nu is. Het liefst willen we natuurlijk het "ouwe" met het "nieuwe"combineren . Er zit me toch een blik ervaring!!

En na een aantal vergaderingen, bijeenkomsten en werkgroepjes blijkt dat ik er veel in kwijt kan. Gebruikelijk is dat de groep meedenkt en meepraat over nieuwe ontwikkelingen, zoals daar zijn het EVS, het EWS en Veilig Patientenvervoer . En als ik dan die stukken lees beginnen de raderen in mijn hoofd onmiddelijk te draaien: dit werkt niet, dat wordt gemist, dat is wel een goed idee, hoe moet dat ingevoerd worden. En bij echt alles denk ik onmiddelijk aan de factor TIJD!!! Er wordt weer van alles op het bordje van de verpleegkundigen gelegd. En natuurlijk moet er veilig gewerkt worden, moeten we met de tijd mee (ICT) en vraagt de maatschappij om nieuwe inzichten, maar het kost de verpleegkundige weer meer tijd.

En dan kan ik echt strijdbaar worden en voor mijn werkvloer op proberen te komen! Het is van groot belang het beroep van verpleegkundige in een goed daglicht te zetten: we zijn geen "zustertjes" meer zoals vroeger, die op alles ja, nee en amen zeiden en alleen maar keihard werkten, maar we zijn verpleegkundigen die de spil zijn in de zorg rondom de patient . We moeten vertrouwen in onze inzichten en ervaring, we mogen trots zijn op ons vak en het een prachtig beroep vinden!

Theeleuten is dus niet wat er gebeurd in de Verpleegkundige Staf, maar onder het genot van een "cappucino of een wienertje"denken we mee en gaan we voor een goede vertegenwoordiging van iedereen om onze doelen te bereiken: de patient is okee, en de verpleegkundige is okee!!!!

STEMMEN

Na een heerlijke pinksterzondag met stralend weer en 80 km fietsen in de benen is het 's avonds tijd om op de bank neer te ploffen. Tv aan om naar het "premiersdebat" te kijken! Ik moet me toch op de hoogte gaan stellen hoe er gestemd moet gaan worden in juni. Vier mogelijke kandidaten, allen man, gaan de strijd met elkaar aan. Elk van hen verdedigt zijn standpunten en probeert middels de stem stemmen te winnen. Ik volg hun woorden met interesse: de tijd vliegt voorbij.

Ieder heeft wel iets goeds, maar sommigen zakken door de mand. Wilders was zeer duidelijk, hij pakte Cohen flink aan. Maar ik wil toch niet Wilders aan de macht? Cohen probeerde zijn standpunten te verdedigen door vaak te refereren aan zijn tijd als burgemeester van Amsterdam. Vond ik geen goede zet: de gemeenteraad beslist en niet hij! Ook zette hij zich er niet neer als daadkrachtig, ervaren persoon. Rutte kon het goed verwoorden, maar ik vind hem als persoon niet zo geschikt voor premier. En Balkenende sprong er niet uit: niet negatief, maar ook niet positief. Heeft hij het nou zo slecht gedaan?

Het mooiste komt eigenlijk meteen na de uitzending: hoe hebben ze het gedaan, wie is de winnaar, wat hebben ze nou gezegd enzovoort. Rutte won het debat, Cohen werd tweede, de andere heren gedeeld derde. Daar snap ik dan weer niks van: Cohen tweede? Zo aan het hakkelen, zo teruggrijpen op vermeende successen in Amsterdam?

Stemmen in mij zeggen dat het enorm verwarrend wordt. Elke partij heeft iets goeds, en elke partij heeft minpunten. Moet ik nu naar mijn eigen hachie gaan kijken: de zorg? VVD en CDA willen daar juist bezuinigen!! Wilders wil er verpleegsters (!) bij en Cohen bezuinigt minder. En wat moet ik nu met de AOW? En de hypotheek?

Omdat ik het niet weet probeer ik de stemwijzer en het kieskompas uit. Zo eerlijk mogelijk beantwoord ik de vragen en tot mijn stomme verbazing kom ik in de richting van de SGP.....nee toch!!!! Hoe kan dat dan? Dat nooit!

En dan rijst de vraag nog: tactisch stemmen? Als ik niet wil dat de een gaat regeren, moet ik wel op een ander stemmen.

Zo vergaan mij de dagen tot 9 juni. Ik zweef en zal bij elke gelegenheid landen om het duidelijker voor mezelf te krijgen. Ik luister, lees en praat.....

Maar een ding is wel duidelijk: ik luister naar de stem die in me zegt: ga stemmen!!

SOMS DROOM JE EROVER??

Het was vroeg mijn bed uit op deze"blue monday". Het werk roept en ik fiets vol goede moed naar het werk.
Op de afdeling gekomen wordt ik met een grote grijns verwelkomd: elise, er zijn een paar ziekmeldingen. Die en die en die en die.....
o jeetje, er blijven er maar twee over, en een medisch student!! En dat met zoveel zorg en zorgen..
En omdat de wachten geen personeel kunnen bijtoveren hebben ze alvast wat mensen gewassen. Dat scheelt al veel.
Na het lezen van de geschreven stukken verdelen we het werk. Jongens: dat worden kattewasjes en laat de meeste patiënten maar in bed. Er moeten keuzes gemaakt worden. De een doet de pillen en de controles, de student gaat naar de "makkelijke"mensen en de andere gaat voor het eten en drinken zorgen. Daarna gaan we de overgebleven mensen met zijn tweeën wassen. Ook is er nog de artsenvisite om half 10.
De volgende die met een grote grijns ontvangen wordt is onze teamleider: hij is de gelukkige om alle problemen op te gaan lossen. De dienstlijst die inmiddels op een gatenkaas lijkt, moet worden opgevuld.
En de dag loopt eigenlijk heel lekker. Alles gebeurt volgens het plan; we zorgen ervoor op tijd met de pillen te beginnen, de mensen krijgen zowaar nog een klein beetje aandacht en als de avonddienst komt is alles geregeld en onder controle.
Morgen is er gelukkig meer hulp en kunnen we betere zorg leveren. Want alhoewel het best goed liep, is er weinig echte aandacht geweest voor de mensen, en dan kan voor een keer, maar moet toch niet te vaak gebeuren !!
voor deze prima dag

BEZOEK SPOED EISENDE HULP

Mijn gevoel zegt me om vandaag de acht kilometer naar mijn moeder met de auto af te leggen. Geen zin om te fietsen. Op mijn bestemming aangekomen wordt er met smart op me gewacht. Of ik even met mijn moeder naar de SEH kan gaan om haar onbegrepen klachten te laten onderzoeken. Ze heeft al een tijdje pijn.

Wat een mazzel dat ik de auto bij me heb!! En wat balen dat mijn vrije middag dus naar de knoppen is!!

Want mijn gevoel zegt me ook dat dat een heerlijke middag gaat worden daar met mijn moeder op de SEH. Zowiezo gaat een bezoek aan een SEH in de uren lopen, maar met mijn moeder wordt het helemaal bijzonder tijdrovend. Meneer Alzheimer gaat namelijk mee!!

Het verwardt me en ik probeer mijn hoofd helder te krijgen. Ik besef me onmiddelijk dat ik me goed op de hoogte moet stellen van de klachten, problemen, wat er aan gedaan is, de resultaten enz.

Gelukkig zijn arts en verzorgende goed op de hoogte en vertellen me de gegevens die ik denk nodig te hebben.

Op naar de SEH.

Mijn moeder begrijpt als eerste al niet waarom ze meegaat naar de SEH. "ik heb helemaal geen pijnklachten"

Toch gaat ze mee en ik help haar in de autgordels. Ze vindt het een mooie auto. Tijdens de rit vraagt ze meerdere malen waar we naar toe gaan en of ze niet terug naar huis kan.

Nee, we gaan even naar de eerste hulp om een foto te laten maken.

Daar aangekomen melden we ons bij de balie. Ik laat mijn moeder op een stoel plaatsnemen en meld haar aan. Gelukkig aan de copie ID-kaart gedacht. Dat moet tegenwoordig. Ze hadden ons vanochtend al verwacht, wordt me verteld. Ik vind het allemaal best....dat waren dus de gemiste telefoontjes van de verzorgende!! We zijn er nu.

U kunt even plaatsnemen.

Ik ga naast mijn moeder zitten en stel me op het wachten in. Een conversatie begint:

waar zijn we nu? In het ziekenhuis. O, wat kom ik hier doen? Een foto maken. O, kunnen we niet naar huis? Straks, als de foto klaar is. O.

Een ander slachtoffer komt binnen. Samen met twee politiemannen. Ik weet wat dat betekent, maar mijn moeder niet. Ze vindt het maar niets en denkt dat ze voor gaan kruipen. De uniformen worden belangstellend bekeken.

Na een kwartier worden we gehaald voor stap 1: een plaatsje in een van de kamers. Nu wachten op een verpleegkundige.

Ik weet wat er komen gaat: als goed verpleegkundige ga je het gesprek aan met de patient. Vraagt naar zijn of haar klachten en maakt rapport. Ja hoor, daar gaat het gebeuren.

Zo, mevrouw, wat zijn de klachten? Klachten? Ik heb geen klachten.

Ik zie de verpleegkundige denken: wat is hier aan de hand?

Rustig zit ik deze conversatie te bekijken en vertel uiteindelijk waarvoor mijn moeder komt. Tegelijk meld ik de verpleegkundige dat meneer Alzheimer meegekomen is en zij beter met mij kan communiceren.

Er moet dus afgeweken worden van de geijkte paden en dat kost zichtbaar moeite.

De conversatie richt zich nu op mij. Veel vragen en ik kan ze niet allemaal beantwoorden. Ik besef meteen dat dat ook geen doen is. Ik zie mijn moeder 1 maal per week, en ben dus niet op de hoogte van alle wel en wee van haar. Zeker niet van de kleine dagelijkse dingetjes.

Wat een ellende!

Er gaat een foto gemaakt worden. Op naar de rontgen. Weer wachten. Mijn moeder gaat maar eens rondlopen. Ze vindt het niks dat er anderen voorgaan. Wanneer zijn wij aan de beurt?

Voor mij is er geen verschil tussen het begeleiden van mijn twee-jarig kind en haar. Het verscheurt me!!!

Eindelijk aan de beurt en de laborant vraagt mijn moeder binnen. Ik ga mee wat ook weer voor vragende blikken zorgt. Ik zeg er meteen bij dat ik ook mee naar binnen kom. Weet hij het vast!

Ik moet toch maar weer zeggen dat ook hier meneer Alzheimer bij ons is.

De foto is snel gemaakt en wij weer terug naar de SEH. Nu wachten in een onderzoekskamer want de dokter komt zo.

Nadat mijn moeder weer drie maal heeft gevraagd wat ze hier moet doen, komt eindelijk de dokter haar onderzoeken . En mevrouw, wat zijn de klachten? Omdat dit de zoveelste keer is, schiet ik bijna in de lach. Ik vertel maar weer waarvoor zij hier is . De arts heeft nog meer vragen en ik moet wederom een aantal antwoorden schuldig blijven. Wat is dat moeilijk op deze manier, vreselijk!

Ik merk aan de dokter dat zij ook niet veel verder komt. Ze gaat de foto bekijken en komt dan terug om het resultaat mee te delen.

Ik hoop dat we nu voor de laatste keer moeten wachten. Mijn moeder kleedt zich aan en loopt de ruimte eens door. Ze vraagt zich af waar ze is en trekt de kastjes maar eens open. Ik laat haar maar. Gelukkig hoeven we niet lang te wachten. Op de foto's is niets te zien en zal het advies zijn: afwachten.

Wij weer terug naar haar huis. Ze is dolblij weer in haar vertrouwde omgeving te zijn.

En ik......ik ben een ervaring rijker!

Mijn moeder en meneer Alzheimer in het ziekenhuis.

Haar pijn was in mijn hart terechtgekomen!!

RIKKEN EN ROKEN

Tijdens een moment babbelen met collega's, kwamen we over de vreselijke gewoonte roken te spreken. Wanneer collega's even een sigaretje willen roken, moeten ze naar buiten. En stoer als ze zijn: weer en wind deert hen niet!! Ze vragen keurig of het kan en zijn dan ook 1 sigaretje verder weer terug. Op de afdeling hebben we er dus gelukkig geen last van ..... behoudens dat het bellen lopen voor de niet-rokers is!
Heerlijk is het dan om hen jaloers te maken met de verhalen van vroeger: Ja, ja, toen werd er gewoon op de afdeling gerookt en hoefden we weer en wind niet te trotseren.
Sterker nog: je had een speciaal rokers-dagverblijf waar de patienten elkaar opzochten en de asbakken niet aangesleept konden worden. De muren zagen bruin en de gordijnen waren doordrongen van de rook. Gelukkig hadden we in de jaren 70-80 van die oranje-bruine hippe dingen. Zag je de rook tenminste niet! Hoogtepunten waren de voetbalwedstrijden
van Oranje: dan was het helemaal feest!!
Ook tijdens de overdracht van de verpleegkundigen werd er vele sjekkies gedraaid. Drum en Samson waren favoriet. In een ruimte van pak-um-beet 3 bij 3 zaten een man/vrouw of 8 binnen een kwartier elk 2 peuken weg te werken. DAT MOET JE JE EENS VISUALISEREN!!!
Een ander hoogtepunt vierde ELKE dag hoogtij: na een paar uur keihard werken ( want dat was het!) dromden plegen, fysio, keukelui, opperhoofd tesamen in de koffiekamer om daar met een rokertje in de hand te gaan rikken. Ja, ja, dat kaartspelletje.... kop koffie erbij, witte boterham met pindakaas en/of een bruine met ham of hagelslag iedereen was blij. Voor geroddel en achterklap was geen tijd. .......Er werd fanatiek gerikt. En was je nieuwbakken leerling: binnen een week werd je ingelijfd in deze neurologische tik.
Een half uur ontspannen moesten we van het opperhoofd.....
Roken en rikken: om nooit te vergeten!!!

RENNEN, VLIEGEN EN WEER OPSTAAN.....

Ja, dat is het motto deze tijd op de afdeling!! En ik heb het idee dat er geen eind aan komt. De afgelopen werkdagen waren erg druk. Door zieken, maar ook door de hoge werkdruk. De afdeling ligt vol en het liefst zou men gaan stapelen En komt dat nu omdat de doorstroom naar de verpleeghuizen stagneert?
Er heerst in het tehuis van voorkeur het noro-virus en dat betekent dat er geen patienten opgenomen worden daar. Met als gevolg dat wij veel wachtenden op onze afdeling in de wachtkamer hebben.
Maar, zoals altijd, is er meer ellende onder de op dit moment helaas grauwe lucht: de zieken waardoor er minder ervaren krachten werken; patienten die maar niet opknappen en waarbij de oplossing niet gevonden wordt; dokters die dus toch weer patienten opnemen terwijl er een patientenstop is...het blijft maar aan de gang!
En wanneer we de opdracht hebben iemand in te werken, komen we daar niet aan toe omdat deze aankomende collega's volwaardig ingezet worden.
Pauzes, als we ze al hebben, worden gevuld met klaaggezang en peptalks....
En dan zijn daar nog de wasdoekjes die op zijn, de sondevoeding die niet meer voorradig is, de medicatievoorschriften die niet kloppen , de families die informatie willen, de patient die braakt, de patient die op andere wijze 't een en ander verliest, de patient die niet wil eten, de patient die uit bed wil, infuzen die sneuvelen, telefoons die rammelen......kortom: hoe word ik gek!
Het weer opstaan viel vanmorgen niet mee; ik heb me werkelijk naar de sportschool gesleept en in het huishouden doe ik het hoognodige. Verder hou ik me bezig met uit te vinden hoe ik me weer kan opppeppen voor morgen.
En wanneer je dus dan een keer vrij bent is het uitkijken voor die anonieme beller!!!

GOH, DIT HELPT , ZEG!!!!!!

PRAKTIJKBOEKJE

Een aantal dagen vrij en dan heb je dit ...weer!!!Het huis is voldoende gepoetst, besloten om niet meer zo vaak met mijn pinpas te zwaaien, al drie keer gesport deze week, de strijk is gedaan, : dan rest niets anders dan opruimen. En dan niet het aanrecht ( is al netjes) maar de verborgen hoeken waar zich gedurende de tijd een hoop rotzooi en papier verzameld heeft.
Zo gezegd, zo gedaan. Oude tubetjes creme, volledig onbuikbaar geworden diskettes, wat kleingeld ( wie het kleine niet eert.....dus in de spaarpot!) , zeer verouderde garantiebewijzen en aankoopbonnen: alles verdwijnt op snel groeiende stapeltjes. Weggooien, oud papier en bewaren!!
Als laatste valt mijn oog op CWZ-spullen. Samenvattingen van bijscholingscursussen, nog een paar deelnamebewijzen en wat oude notulen en berichten.
Het weer buiten is dusdanig beroerd dat ik rustig de tijd heb om een en ander eens door te lezen.
Waar spraken we over in 2003?
Nou, de kernwaarden van het CWZ waren toen: waardigheid en gelijkwaardigheid van mensen, professionaliteit, samenwerken, openheid, integriteit en respect.
Bedenk nu dat we weer over kernwaarden bezig zijn geweest de afgelopen maanden: betrokken, gedreven, professioneel en .... ( weet de laatste niet meer!) Vraag me af of we dus opgeschoten zijn de afgelopen jaren!!
Nog een verslag wat aan mijn ogen voorbij gaat: jawel: teambuilding in 2003.
Lachen..... we begonnen met liedjes zingen. De conclusie was dat het team een softe indruk maakte
Toen moesten we , in een kring staand, van de collega naast je, een positieve kwaliteit benoemen.
Het doel hiervan was om te komen tot de kwaliteiten van ons team, de valkuilen, de uitdagingen en de allergieen . Voor de liefhebber: ze staan allemaal op papier!!
De uiteindelijke uitdaging voor het team werd: ELKAAR AANSPREKEN IN POSITIEVE EN KRITISCHE ZIN OP WAT GOED GAAT EN WAT BETER KAN.
Nou, hum, uhhhh, tja, ach, je blijft uitdagingen houden nietwaar?
En als laatste ligt daar, glanzend met wat beduimelde randjes mijn praktijkboekje uit 1976!!
Ik pak het "praktijk-en rapportenboekje van
mej.zr. E.C.M. Janssen" op en blader het vol nostalgische gevoelens door. Leerling van 1-9-1976 tot 1-3-1980. Alle stageafdelingen worden benoemd en ik lees dat ik op 12 afdelingen als leerling gewerkt heb. Moet je tegenwoordig mee komen!! 10 mei 1979 ben ik begonnen op de neurologie.....en niet meer weggegaan.
In het boekje staan allerlei verpleegkundige handelingen benoemd die tijdens de opleiding geparafeerd moesten worden. De meest simpele als " zorg voor de ziekenkamer" , "ondersteunen van de hulpbehoevende patient" en "geven van de ondersteek", maar ook "gebruik van hielring", "reinigen van ongedierte"( is nog afgetekend ook!) en "geven van alcohollakens".
We moesten 6 operaties bijwonen, 20 klinische lessen bijwonen, 4 verslagen van een ziektebeeld maken en ik ben bij 12 bevallingen geweest.
Ik ben in de opleiding 39 dagen ziek geweest en ben met een 7 1/2 geslaagd!!
In Utrecht moesten we op schriftelijk examen in de jaarbeurshallen. En voor mij, achter mij, naast mij: overal zat "Janssen". Zenuwtoestand was dat!! Met z'n allen met de trein....
Zo ging dat toen dus.
Heerlijk dus een paar uurtjes nostalgie beleefd EN een opgeruimde hoek!!

OPSTAPPEN?

Heerlijk om bij een kopje thee en een ontbijtje de krant door te lezen. Een rustig en wijs begin van de dag als je de voedingsdeskundigen mag geloven. De voorpagina geeft weinig bijzonders, maar op de derde pagina valt mijn net- geopende oog op een artikel over de werknemers in de zorg. IK DUS!! Dat wekt mijn belangstelling en ik stort me op het artikel.



Volgens een onderzoek door zorgverzekeraar Menzis overweegt ruim de helft van vierduizend ondervraagde medewerkers in de zorg diezelfde zorg de rug toe te keren. En dat terwijl er juist meer mensen in de zorg nodig zijn in de toekomst! De meeste zorgkundigen balen van de grote hoeveelheid administratieve taken terwijl ze het liefst zorgen. Instellingen willen zich indekken door een giga hoeveelheid protocollen en procedures. Er mag tenslotte niets misgaan.....

En volgens het onderzoek is niet de beloning van de werknemers het probleem!!

Mijn grijze haren rijzen ten berge bij zo'n opmerking. Daar kan ik me nu zo grondig aan ergeren.

De lonen in de zorg zijn beneden alle peil. Als je de salarissen van de HBO-opgeleiden bekijkt bungelen we als verpleegkundigen ergens in de onderste regionen. Laat dat duidelijk zijn! De onregelmatigheidstoeslag krikt de salarissen nog wat omhoog, maar verder is het huilen met de pet op en weten alle verpleegkundigen dat je het van het loon niet moet hebben in de zorg.

Na tien jaren werken zit je aan de top van de salarisschaal en moet je het verder hebben van de jaarlijkse prijsindexering of loonstijgingen bij de CAO- afspraken. En dat betekent dus dat je elk jaar achteruit gaat want Appie Hein heeft daar maling aan.

Dit is dus wat we NIET hebben in de zorg: een fatsoenlijk salaris, aangepast aan je kennis en verantwoordelijkheden. Daarbij kunnen we nog wel fatsoenlijke werkomstandigheden, voldoende materiaal en scholing gebruiken. TIPS voor de politiek dus.......



Maar we hebben in de eerste lessen van ons zo boeiende vak geleerd eerst te kijken naar wat we wel hebben: de TOP'S dus!!!

Het mooie van zorgen voor anderen, de contacten die je legt, de goede resultaten van je verpleegkundige handelingen, de communicatie met de patienten, het samenwerken met collega's,

de bijzondere momenten die je beleeft....het is een enorme beloning! Het samen lachen en samen huilen, het overleggen met de artsen en een beleid maken, het overbrengen van ervaringen aan jonge leerlingen die aan het begin staan van het vak en het meemaken van zo vreselijk veel bijzondere momenten.

Ik kan met ontroering terugkijken op al die mooie, ontroerende, grappige en droevige gebeurtenissen. Sommigen draag ik zelfs jaren met me mee.



En dan kan ik niet anders dan concluderen dat dus eerst al die TOP'S mijn loon zijn en daar boven op komt het materiele . Dan blijft dit vak prachtig om te doen.

Ik steek dus maar mijn kop in het zand en wil niet meer lezen over de salarissen in de zorg. Ik ga lekker aan het werk en denk maar niet te veel over de salarissen!

Opstappen??? Ja, om op de fiets naar mijn werk te gaan!!!!

MENEER ALZHEIMER

Er is elke week een dag dat ze rond half twee op haar fiets stapt. Het is een flink eindje fietsen, maar gelukkig heeft ze een fiets met trapondersteuning en zijn de acht kilometers fietsen peanuts.

Voor haar vertrek kijkt ze of er tip-top uitziet, beetje lippenstift op, lekker luchtje...het hoort allemaal bij haar voorbereidingen.

Ze propt de tas met schone was in de fietstas, Ook gaat er elke keer chocola of koek mee, en de libelle en/of margriet van de week ervoor. Zo vindt ze dat ze in elk geval een doel heeft en zal elk bezoek niet voor niets zijn.

Tijdens de fietstocht denkt ze altijd aan haar. Hoe fijn het is dat ze op de fiets naar haar toe kan, op die prachtige plek waar ze sinds twee jaar woont, een plek met liefdevolle zorg, veel warmte, rust en gezelligheid. Maar ook hoe moeilijk het is .....

Elke kilometer dichter bij haar eindbestemming gebruikt ze om zich voor te bereiden op wat komen gaat. Ze zal elk moment moeten kunnen schakelen tussen dochter, moeder, verzorgster, rechter en afstandelijke.



Haar bestemming bereikt, zet ze de fiets op slot, ketting hoeft hier gelukkig niet. De boerderij ziet er gezellig uit. Het erf wordt netjes gehouden door de bewoners en vrijwilligers. Ze merkt op dat de struiken gesnoeid zijn en dat er een duiventil geplaatst is. De kippen scharrelen rond en er staan bij de voordeur bloeiende planten in een pot.

Ze kijkt door het raam en ziet dat haar moeder in de stoel zit te slapen. Ze wacht niet of haar moeder opendoet, maar belt aan en de verzorgende doet open.

Je moeder slaapt, zegt ze.

Ze knikt en zegt dat ze dat al gezien had. Ze laat haar even slapen en kan rustig de meegebrachte was opruimen. Meteen kijkt ze de kast na. Ze ziet dat de kast niet zo ordelijk is . Haar moeder kan het niet meer zo goed bijhouden. Ze neemt een oude bloes mee om weg te gooien. De stof is zo dun geworden, een volgende wasbeurt wordt niet overleefd. Ze neemt de vuile was weer mee.

Ze kijkt de kamer rond en ziet de fotolijstjes met daarin plaatjes van bloemen. Haar moeder raakte van streek van de foto's die erin zaten. Elke keer wanneer ze foto's van haar overleden ouders en broer zag, vroeg ze waar ze waren en werd ze boos en verdrietig over het feit dat ze haar in de steek hadden gelaten.

Terug in de huiskamer groet ze de andere huisgenoten en vraagt hoe het ermee gaat. De libelle en margriet gaan op tafel: leesvoer, dames!

Haar moeder doet langzaam de ogen open en ziet haar. Ha, fijn dat jij er bent!

Ze loopt naar haar toe om een kus te geven, maar die wordt ontweken. Meteen komt de vraag hoe ze daar gekomen is.

Het welbekende antwoord: met de fiets, kijk daar staat hij. Half uur fietsen. Zo'n vier maal per bezoek.

Ze gaat bij haar moeder zitten en kijkt de huiskamer eens rond. De verzorgende gaat haar rapporten schrijven over de zes bewoners van deze woongroep. Om half drie komt de avonddienst en dan moet alles rond zijn.

Zucht. De conversatie komt vandaag niet op gang. Haar moeder loopt maar eens naar de wc en bij terugkomst gaat ze ergens anders zitten. Buiten beeld! Een echt bewijs dat meneer Alzheimer haar leven bepaalt.

Ze babbelt maar eens met de verzorgende. Wat een geluk dat dat kan! Ook de andere bewoners zijn wel in voor een praatje. Ze vraagt haar moeder of ze koffie wil en schenkt voor de anderen ook maar iets in. Dat scheelt de verzorging weer!



Een paar nietszeggende woorden worden gewisseld. Haar moeder kan niets met informatie, weet niet wat ze het half uur ervoor gegeten heeft, heeft niets aan belevenissen van haar thuisfront. Soms vertelt over haar vakantie, maar ze weet dat ze tegen het luchtledige praat. Het leven van haar moeder speelt zich binnen deze muren af, verder is er niets meer. Ze heeft meer met de mensen daar dan met haar; alhoewel haar moeder toch wel aangeeft dat ze belangrijk is. Wie zij is weet ze niet meer. Als moeder en dochter praten kan niet meer, geschiedenis delen, herinneringen ophalen, plannen vertellen, raad vragen...allemaal weg!! Het verdriet om het verlies van haar vader kon vanaf het moment van zijn overlijden ook al niet gedeeld worden. Heel af en toe roept ze zijn naam in een vlaag van automatisme. En als er dan verteld wordt dat hij overleden is, zegt ze: goh , wat zonde, het was zo'n fijne man!

Haar moeder leeft en beleeft alleen het moment. Alles wat zich voor of na een moment afspeelt is weg. Pijn bestaat alleen op dat moment; blijheid en verdriet ook. Zo wonderlijk!!! Ze heeft nog wel het idee dat ze daar moet werken in de zorg. Ze is niet anders gewend, vandaar. Dus geeft ze een andere bewoner te eten en te drinken en voelt ze de verantwoording als de verzorgende even weg is. Het besef is er dat het zwaar voor haar is en ze kan boos reageren als te het te druk heeft. Op dit moment kan ze het zorgen steeds meer los laten; voor iedereen een teken dat meneer Alzheimer haar verder omarmd.....zo duidelijk dat ze haar leven terugleeft!



Een volgend moment komt de avonddient binnen. Er heerst dan even wat bedrijvigheid. Haar moeder vraagt of de verzorgdende van de dag weggaat. Ja, die gaat weg, maar de avonddienst blijft bij haar. Oh, fijn!

Zo rond drie uur vertrekt ze maar weer. Haar moeder is nu wel in voor een zoen en ze zegt: wat ruik je lekker!! Kom je gauw weer terug! Ze laat haar dochter uit en roept nog snel: kijk je uit, ik kan je nog niet missen! Ze wordt door haar moeder nagezwaaid en ze zwaait zo lang ze kan terug, haar andere arm is gearmd met de arm van de verzorgende. Er wordt gelachen en haar moeder kijkt blij.



De acht kilometers terug gebruikt ze om het bezoekje te verwerken. Gelukkig was er een fijn moment. Haar moeder vindt het prima daar, ondanks dat ze aangeeft wel weg te willen. Meer kan ze als dochter niet voor haar doen. Ze vindt van zichzelf dat ze het steeds beter kan: het afscheid nemen van haar dochter-zijn en leren haar eigen moeder te zijn.

Haar moeder kan dat niet meer voor haar zijn.



Ze weet dat er zo vele dochters moeten zijn: Meneer Alzheimer rukt op in de wereld! En al deze dochters moeten deze meneer een plaatsje geven. Een keuze hebben ze niet. Hij is er, onomkeerbaar, definitief. En al die dochters beleven de momenten van pijn en verdriet ....hun moeders die hun leven terugleven, tot ver in de kindertijd! En al die dochters voelen zich schuldig; zouden zoveel meer voor hun moeder willen doen omdat zij dat voor hen ook gedaan hebben. Ze hebben nog zo veel vragen, nog zo veel te delen...

Dan spreken die dochters na verloop van tijd, zich toe: wees je eigen moeder als zij dat niet meer zijn kan; je moeder weet dat je dat kan want dat heb je van haar geleerd. Wees trots op alle dingen die je voor haar nog kunt doen en sluit maar vrede met meneer Alzheimer. Vechten heeft geen zin!



En een van die dochters ...........

VAN KOFFIE, THEE EN RODE LIMONADE....

Heerlijk is dat: na een paar uren flink werken even ontspannen met een cappucinootje en een bouillonnetje. Elke werkdag vaste prik, samen met een van thuis meegenomen boterham. Er worden wat verjaardagskaarten voor collega's getekend, het beduimelde informatieschriftje doet z'n ronde en we wisselen wat nieuwtjes uit.
De teamleider probeert er ook bij te zijn en kan op deze manier de teamgeest van de dag aanvoelen.
Het kan voorkomen dat hij wat nieuwtjes vanuit het CWZ overbrengt. Een prima tijdstip.
Zo ook deze dag.
Hij vraagt voor deze mededeling even alle aandacht van de groep koffiedrinkers. We zijn stil en onze oren zijn gespitst: wat zou er aan de hand zijn? Hij klinkt zo serieus. Zou er een klacht binnengekomen zijn? Of is er iets ergs met een collega? Of gaat er iemand weg?
Nee, het gaat over een mededeling van de teamleiding van de room-service. Een serieuze mededeling waarover hij de dag ervoor in een persoonlijk gesprek ingelicht is. Iedereen is verbaasd en vraagt zich af wat er dan moet zijn.
Het hoge woord komt eruit en tot zijn spijt moet ons meegedeeld worden dat wij in het vervolg alleen koffie, thee en rode aanmaaklimonade mogen drinken. Geen bouillon en geen gele limonade meer!! GEEN BOUILLON EN GELE LIMONADE MEER!!!!
We zijn compleet in shock; tranen worden man- en vrouwmoedig ingehouden; het team is er kapot van!! Deze mededeling doet pijn en een daadwerkelijk rouwproces doet zijn intrede. Waarom?? Waarom mogen wij niet meer die heerlijke citroen- of sinaasappelaanmaaklimonade meer? Wij begrijpen het niet en vragen of onze teamleider de reden aan kan geven.
Ons verdriet wordt nog groter als we vernemen dat het echt niet meer kan omdat de flessen gele limonade 20 cent duurder zijn dan de rode limonade! En in de tijd van crisis, van grote bezuinigingen, gaat elke cent tellen.
Na deze verklaring volgt een tranentrekkende gespreksronde. Ieder mag zijn of haar verdriet uiten. Dit rouwproces gaat nog wel even duren en we zijn er vol van.
Alleen nog maar rode limonade..........later op de dag kijk ik verdwaasd en met dikke ogen naar een grote afvalbak met dure medicijnen: wachtend om vernietigd te worden.
Ik begrijp iets niet............

KERSTLIEDJE

Het is avond op c14. Ik draai mijn derde avonddienst op rij en zit er dus lekker in. De pillen kan ik dromen, de i.v.-tjes heb ik allemaal opgelost voor de avond en we zijn prettig begonnen aan de laatste ronde. Buiten is het koud en de sneeuw geeft een blauwwit schijnsel. En dan krijg ik last van een kneuterig gevoel. Het verpleegkundig vak uitoefenen zoals het hoort met daarbij dat beetje extra.
Bij twee dames, die toch flink onze zorgen nodig hebben, kan ik het niet laten:
Eens even kijken of ze in de kerststemming kunnen komen: kerstliedjes zingen..
De herdertjes...., stille nacht.... en de dames vinden het leuk, er wordt zelfs meegezongen. Een derde collega komt erbij en we zingen tweestemmig. Erg sfeervol zo in dat CWZ.
De buurvrouw van de kamer ernaast komt ook eens even kijken wat er gebeurd! En wij maar denken dat ze het mooi vond. Nee, wanneer kom je nou eens; ik wil mijn slaaptablet!!!
En toch blijft het een mooie avonddienst: lekker gewerkt, een beetje extra kunnen geven, thuis afsluitend met een wijntje en wat toastjes. Wat wil een mens nog meer......

IDEE

Het jongste idee van het CWZ is het checken van ID's.
Sinds begin februari worden van alle opgenomen patienten de identiteiten gecontroleerd door te vragen naar paspoort of identiteitskaart. Deze controle wordt gekoppeld aan een speciaal identificatiebandje dat in drievoud verstrekt wordt door de afdeling opname. Naar keuze worden twee bandjes om verschillende extremiteiten gedaan en een derde is reserve.
De bandjes bezitten een barcode en allerlei gegevens van de desbetreffende patient.
Natuurlijk is dit een goede zaak want het blijkt regelmatig voor te komen dat er verwisseling van patienten is en dat patienten op naam van anderen binnenkomen . Zeker bij mensen die niet in de gelegenheid zijn zijn of haar naam te noemen is zorgvuldigheid gewenst: je wil tenslotte niet een geamputeerd been krijgen in plaats van een nieuwe heup!Ook dien je goed te moeten kijken of je de juiste Janssen voor je hebt!! En sommige patienten liggen in coma.
Tot zover de ene kant van het verhaal......
Wat het betekent voor de verpleegkundige die zijn of haar best doet om goede zorg te leveren, is niet meegenomen bij het invoeren van dit goede idee.
Het plan is dat de verpleegkundige bij opname alle gegevens controleert en de bandjes omdoet. Geen punt, ware het niet dat het veel tijd kost: Eerst vragen naar de ID-kaart, patient moet zoeken, dan controle, dan uitleg dat er TWEE bandjes om moeten, deze handeling uitvoeren en vervolgens het opnamegesprek vervolgen. Aan de gevoelens van patient en verpleegkundige wordt volledig voorbij gegaan! Wat doe je als je de patient goed kent omdat hij/zij al jaren komt? Wat doe je als een oude dame een verlopen ID heeft? Of niet bij zich heeft. Hoe denkt men dat het voelt om een patient te brandmerken met TWEE bandjes, terwijl deze gewoon rondloopt? Liefst nog een om de enkel en een om de pols!
En wanneer de patient op weekend is geweest horen wij bij terugkomst weer naar de ID te vragen!Hebben we al niet genoeg te meten, te weten en te zorgen?
Is het niet iets om de patienten bij binnenkomst eerst langs de " ÏD-controle" te sturen en daar de bandjes om te laten doen. Rest de verpleegkundige alleen te kijken naar het bandje: deze patient is wie die is en deze persoon heeft mijn hulp nodig.....Goed ID ?

EN DE NACHT SCHRIJFT ROOD

Deze zin fascineert me al heel erg lang. Het is de titel van een documentaire van Cherry Duyns over het verpleegkundige leven in de nacht. Hij heeft jaren geleden het werk van de verpleegkundige in de nachtdienst in beeld gebracht. Naar mijn beleving was dat erg indrukwekkend !!

En de zin klopt nog steeds: zolang de verpleegkundige de pen ter hand moet nemen om rapporten te schrijven, zal dit in de nacht met rood gebeuren.

Zo ook deze nacht.

Wat is het toch bijzonder om in de nachtelijke uren te werken. Het lijf kriebelt en wil graag slapen. Soms ziet je wazig uit de ogen. En tegen 5 uur is daar de welbekende dip!

De start is goed te doen. Er wordt een ronde gelopen , vochtbalanzen afsluiten, antibiotica's klaarmaken: de avond gaat over in de nacht. Rust is het credo!!! Aan de patienten wordt gevraagd of er nog iets gedaan kan worden: plassen, anders liggen, glaasje water, warme melk, slaaptabletje, schouderklopje, paracetamolletje......kortom: een uur vliegt zo voorbij. De gang is summier verlicht door de lampjes van de nooduitgangen, op de kamers is het donker. En het is stil, af en toe verstoord door een hoestje of een piepje.....van de infuzen of de bellen , wel te verstaan. Ondanks de zachte schoenzolen lijkt het of deze 80 decibel produceren als je naar een bel loopt.

Hartverzakkingen krijg je wanneer er , volkomen onverwacht, iemand uit bed valt; of wanneer er een infuus verwijderd is en een luguber bloedspoor zichtbaar wordt. En in een donkere hoek een verdwaalde patient vinden is ook zoiets!!!! En het is me ook overkomen dat ik een in-wit uitziende patient in bed zag liggen: onverwacht overleden. En geloof me: in de nacht is dat allemaal veel indrukwekkender dan overdag!!!

Het in de nacht begeleiden van familieleden die waken bij een dierbare heeft iets speciaals. Het zachte praten, meer tijd hebben, weten dat deze momenten voor de familie onvergetelijk zijn, dat je bij het bijzondere moment van de overgang van leven naar de dood mag zijn: het zijn wonderlijke momenten!!



En dan zijn er nog de minuutjes dat je met je collega een leuk of diep gesprek voert, elkaar beter leert kennen, het samen op die afdeling werken, het moment dat het licht begint te worden, de vogels gaan fluiten, de vroege diensten binnen druppelen. Zo is het een aaneenschakeling van vele aparte momenten, allen versterkt door het speciale van de nachtelijke wereld in een ziekenhuis.

Nog even schrijven in het rood en dan roept het bed.....maar de wereld ontwaakt!!!

EFFE WEG

De beste manier om Nederland te vergeten is, om na tien minuten lopen, de bus te pakken. We nemen pinpas,paspoort en wat kleren mee. En wanneer de bus aan komt rijden en we instappen, komen we in een andere wereld terecht. De bus brengt ons naar onbekend en ongekend gebied.

We hoeven niet meer te denken, te zoeken, te kibbelen over de weg en problemen op te lossen.

Lekker zitten, appeltje, eitje, puzzelboekje en flesje prik erbij!!

Chauffeur en juf regelen alles.

Na vele kilometers vangrail de boot op en we komen aan in Trollenland. Vanaf het eerste gezicht op Noorwegen overvalt ons de ruigheid en de schoonheid van het land. Het fototoestel knipt bijna vanzelf af!!Fjorden, bergwegen, stadjes, musea......het is geweldig!

Nederland warm?Appie? Huishouden? Alles is vreselijk ver weg en we weten er niets meer van. Alles is een paar weken anders: zalm bij het ontbijt, bedje gespreid, de taxi staat klaar, heerlijk reisweer....wat wordt een mens dan verwend! Twee maal werd er even aan Nederland gedacht tijdens deze vakantie: De chauvinistische inborst van elke Hollander, waar dan ook ter wereld, verplichte ons tot het kijken naar het voetballen van onze boys. En dat deden we keurig in oranje-tenue. Leuk was het om dan tijdens de reis ook andere Hollanders in het oranje te ontmoeten: het was even Nederland in Noorwegen.....zelfs de Noren snapten het !

Met weemoed stappen we voor de laatste kilometers vangrail in de bus.....nog effe en we zijn weer terug.

Het was een vermoeiende reis, we hebben vreselijk veel gezien en het kost ons even tijd om weer in den Nederlanden te acclimatiseren. Heel langzaam gaat het lukken en zeggen we vaak tegen elkaar: gelukkig hebben we de foto's nog....

DELEN

Veiligheid is een groot goed in het CWZ, zeker daar waar het de patienten betreft. Er wordt vanalles aan gedaan om fouten en ongelukken te voorkomen zoals dus EWS, identificeren, vele protocollen en procedures en het EVS.
Het electronisch voorschrijven van de medicatie heeft een grote vlucht genomen en op dit moment is een groot deel van de artsen geschoold om via dit systeem de medicatie voor te schrijven. Geen ontcijferen van handgeschreven opdrachten meer, geen geknoei , alles even duidelijk voor de verpleegkundige die de patient van medicijnen voorziet: kortom geweldig, vindt men!!
Tja, en dan komt de praktijk..... Want het gebruik van computers, printers, het computerprogramma wil nog wel eens voor hoofdbrekens zorgen. Die systemen deugen niet altijd!!??? Soms wordt er zelfs vergeten dat elk digitaal probleempje veroorzaakt wordt door het stomme intoetsen van letters en cijfers. Wie doet dat toch?
Bovendien hebben de verpleegkundigen op dit moment nog het gevoel dat ze meer problemen tegenkomen dan eerder bij de handgeschreven receptuur. Loop maar eens een rondje pillen delen mee...
Voor elke ronde wordt er eerst digitaal gekeken of er wijzigingen zijn. Dit heet "end-of-line-printen". Alle wijzigingen worden geprint en als zijnde meest recent in de klappers toegevoegd. De "öude"lijsten worden voorzien van een grote streep en achter de nieuwe lijsten gevoegd.
Zo, nu vangt het delen aan. Elk voorschriftje wordt goed bekeken en dan is het goed opletten: in ml of in mg; gewoon of traag werkend enz enz. Het handgeschreven recept van de internist ( is nog niet digitaal verwerkt) is plotsklaps verdwenen sinds de neuroloog een ander medicijn heeft gewijzigd.
En het komt ook voor dat een eenmalig pilletje al gegeven is , terwijl de meest recente lijst aangeeft dat het nog gegeven moet worden.... en dat gaat zo maar door!! Zo wordt de hele gang afgelopen, tussendoor gestoord door telefoontjes, bellen, hulpvragen enz enz. Het is echt maar goed dat de plegen de kop erbij houden.... 40 mg lasix is toch echt iets anders dan 40 ml!!! En dan vrezen wij de toekomst want het is de bedoeling dat de patient via zijn ID-bandje gebliept wordt voor de medicatie toegediend gaat worden. HELP!!!

DE ANDERE KANT

Het is half zeven in de avond en ik zit, netjes tijdens het bezoekuur, naast het bed. Je situatie is zorgelijk. De kombinatie Parkinson, terugkerende infecties, zorgen voor ma en zorgen om ma breken je op. Je ligt al een tijdje in het ziekenhuis en er wordt geprobeerd de infectie te bestrijden.

Alle zorgproblemen komen aan je voorbij; de verwardheid ( delier) , dreigend doorliggen ( decubitus) , het vastleggen van je handen zodat je de sonde en het infuus er niet uittrekt ( fixeren) en de grote zorgen voor vocht en voeding en de daarbij horende urineproduktie (in- en output).

Al meer dan dertig jaar vragen deze problemen mijn aandacht als verpleegkundige, maar nu kijk ik tegen deze problemen aan als dochter: ik kan vertellen dat dat een wereld van verschil is.

Je ligt er goed verzorgd bij, ik weet dat je liefdevol verpleegd wordt. Ik leer veel verschillende verpleegkundigen kennen die elk hun kwaliteiten hebben. Er wordt ook regelmatig gevraagd hoe het met mij gaat. Ik merk dat ik dat heel fijn vind. Ook geven ze de gelegenheid zelf een keer de sondevoeding te geven: prima, want dat lukt me wel! Mijn advies om de sondevoeding in porties te geven wordt opgevolgd. Op die afdeling geven ze de voeding via een continupomp, maar ik gruwel daarvan. Als verwarde mensen dan de sonde eruit gaan trekken loopt de voeding rechtstreeks de longen in!! Op de neuro houden we het veilig op porties.

Maar ik heb ook mijn zorgen: ik weet teveel!! Ik zie de enorme vaatontsteking op de plek waar een infuus heeft gezeten ( niet nodig) ; ik zie dat de parkinsonmedicatie met vla gegeven wordt ( is niet de bedoeling), ik worstel met het delier, het fixeren, het dreigende doorliggen ( ook niet nodig) , en de plannen die er door de internist nog gepresenteerd worden. En dan , na een paar weken verblijf, komt daar het moment van de aanvraag voor het verpleeghuis! Gebruikelijke procedure.

Mijn lieve pa die daar ligt en nooit meer thuis zal komen, weggerukt van ma, afhankelijk en wachtend op de complikaties die komen gaan .

Daar zit ik dan met al mijn kennis over de palliatieve zorg .

Er wacht je nog een kleine ingreep vertelt de verpleegkundige. Ze legt uit wat de bedoeling gaat zijn. Ik spreek over mijn zorgen en besluit dit alles met mijn broer te overleggen.

Ik hang maar eens over het bedhek en kijk je maar eens aan. Wat moet je nog doorstaan, besef je wat er aan de hand is, besef je dat het verpleeghuis er aan komt, besef je dat je niet meer bij ma zal kunnen zijn, besef je het waarom van de sonde, het fixeren en alle narigheid?

Ik zie de wanhoop in je ogen. Je geeft pijn aan, je kreunt en je fronst je voorhoofd.

Is er nog een mogelijkeid tot kwaliteit van leven? Is er nog iets wat je leuk zou vinden, wat je blij zou maken? De Parkinson gaat niet over, de katheter houd je ook, naar je huis kun je niet, jezelf verzorgen gaat ook niet meer lukken, de pijn, infecties zullen komen en gaan....zou je dat willen?

Ik vraag een gesprek met de arts aan, samen met mijn broer.

En dan lig ik een nacht wakker: een gesprek met de internist! Hoe zal dat gaan? Uit ervaring weet ik dat die altijd door willen gaan met uitzoeken en behandelen. Ik voer die nacht verschillende gesprekken. Spreek mezelf toe om niet meteen te gaan kwekken maar eerst de arts te laten uitspreken.

Met drie knopen in mijn maag zit ik in het gesprek . Eerst de voorstellen van de arts en daarna onze visie ( goed gedaan!!) .Tot mijn verbazing gaat de arts mee in het voorstel om te stoppen met alle ingrepen en behandelingen. Het wordt een lang gesprek en ik heb er een goed gevoel bij.

Je handen worden losgemaakt, ik verwijder je sonde en je krijgt een snufje morfine voor de pijn.

Als je wil eten mag je eten en alles zal zich richten op gemak en pijnvrij zijn.

Je bent nog een poosje bij bewustzijn, de pastor en ik bidden nog wat: je spreekt zelfs nog een zin mee. We vertellen je dat je geen sonde meer krijgt en je handen los blijven. Het duurt nog even voor je pijnvrij bent, maar er wordt aan gewerkt.

Nog even ben ik erg verdrietig en boos over het feit dat je nog geen kamer alleen hebt. Geen plaats.

Voor je kamergenoot is de situatie erg ongemakkelijk en ik besluit het bij de verpleging neer te leggen. Afgesproken dat ik naar huis ga en dat ik over een paar uur terug kom. In die tijd kunnen ze iets regelen, anders bel ik de neuroloog: op mijn eigen afdeling is een kamer alleen.

Gelukkig is er iets geregeld en kunnen wij samen je laatste dagen in alle rust beleven. Veel lieve woorden en goede zorg.

Het is alweer lang geleden: december 2007, vergeten doe ik het niet, maar het is goed zo!

D-DAY

Zo eind maart krijg ik weer de kriebels . De winter is voorbij en het voorjaar lonkt. De prunus en forsytsia bloeien en iedereen duikt in de kast om te zien of er nog voldoende zomerkleding te vinden is. Het is weer licht als ik naar mijn werk fiets om zeven uur in de ochtend en de vogels fluiten. Elk minuutje zon wordt benut om de nodige vitamine D tot me te nemen. Heerlijk: ik bruis van energie!!!
Dat zullen ze weten ook op mijn werk: Het is weer de tijd voor D-Day!!!
D-Day? Ja, ik bedoel D-Day. En dat is voor mij: Decubitusdag .......


Begin april is er in het hele land weer de LPZ-meting. In allerlei instellingen wordt namelijk op die dag een aantal zorgproblemen gemeten: bij ons "decubitus`en `vallen en fixeren`. En dat is een leuke dag! Alle decubituscontactpersonen gaan op de afdelingen bij alle opgenomen patienten kijken of er decubitus voorkomt. Ook wordt er gekeken of de patienten de laatste 30 dagen gevallen zijn, welk letsel ze daar aan over gehouden hebben, of er fixatie toegepast wordt enz.
En dat is niet.... dat doen we even....nee, daar gaat een gedegen voorbereiding aan vooraf.
Weken van te voren beginnen we met instructie bijeenkomsten. De contactpersonen worden nog maar weer eens een keer bijgeschoold in het verschil vochtletsel- decubitus. Ook zijn er verschillende visies over fixeren. Er zijn vrijheidsbeperkende maatregelen, valpreventieve maatregelen en letselbeschermende maatregelen. En wat vinden we van de bedhekken? Hele discussies worden er gevoerd. Zo is het bij ons op de afdeling een heel probleem om de de fixatie in kaart te brengen. Bij vele patienten worden de bedhekken omhoog gedaan....alleen al om te voorkomen dat de verlamde arm uit bed valt. Ook vinden de patienten het vaak prettig en geeft het het een fijn gevoel. En dan de tafelbladen die we aan de armleuningen van de stoelen vastzetten? In welke categorie vallen die?

Naast al die discussies betekent het ook veel voorbereiding want we zijn niet klaar met een ja of nee! Er moet een heel formulier per patient ingevuld worden. Met wat ze hebben, wat ze kunnen en nog veel meer. Daar zijn we al dagen zoet mee!!
Maar de dag zelf blijft leuk, toch speciaal om op je werk te zijn en niet te hoeven te wassen of bellen te lopen.
Ook is er een superlunch in de pauze, keigezellig!
In de middag controleren we elkaars formulieren. (is alles wel ingevuld en gecodeerd?) En ook al heb je alles drie maal nagekeken: toch wordt er altijd nog een tekortkoming gevonden!
En dan tot slot de voorlopige uitslag.......weer minder decubitus dan vorig jaar?
Zal ik het nog meemaken..... is het weer minder dan vorig jaar.....halen we plaats 2 in het AD? Of halen we....0%!!!!!!! ????
Ja, ik verheug me weer op die D Day!

BAGGEREN

Het valt niet altijd mee in ons beroep. De afgelopen dagen eens flink na moeten denken en me van alle kanten serieus toegesproken. Er zijn namelijk van die dagen waarop je denkt: waarom doe ik dit vak eigenlijk? Ben het spuugzat!!!
Aan dit denken gaat meestal een incident vooraf. Zo ook deze keer. Het kan namelijk voorkomen dat je als verpleegkundige niet aan de verwachtingen van patient en/of familie kan voldoen . De redenen doen er eigenlijk niet toe, maar het kan dan gebeuren dat je een hoop bagger over je heen krijgt. Zo voelt dat tenminste.
En je gaat het incident vol goede moed te lijf. Je spant je in om goede oplossingen te krijgen, gesprekken te voeren volgens de boekjes, super rapportages te schrijven, meeleven enz enz. Bij collega's en teamleider krijg je dan alle steun, iedereen hoort je verhaal aan, tranen worden gedroogd: allemaal super!!
Maar dan zit je thuis en maalt alles nog wel honderd keer door je hoofd. Je spreekt jezelf toe: je hebt alles goed gedaan, incidenten kunnen gebeuren, het ligt niet aan jou, het is de onmacht van patient en familie, zij moeten hun gevoelens ook kunnen uiten, het incident is niet terug te draaien, wat kun je hiervan leren, zouden ze een klacht indienen?
Waarom balen we zo van die bagger en kunnen we onze energie niet halen uit de vele mooie, goede en dankbare momenten?
Waarom beseffen we zo weinig dat we kennis en ervaring hebben, dat we doen wat we kunnen, dat we wel vriendelijk en behulpzaam zijn, maar we niet almachtig zijn! Dat we fijne collega's hebben die ieder een eigen identiteit hebben, dat we meer lachen dan huilen en dat de dagen met een sterretje veel vaker voorkomen dan dagen met donkere wolken.....
Ik spreek mezelf maar weer eens toe: een goed mens met een berg aan kennis en ervaring.....dat die baggeraars er maar een hele kluif aan mogen hebben!!!! KOP OP!!

ANONIEME BELLER

Heerlijk een dagje vrij. Het is buiten prachtig door een fors sneeuwdek. Ik geniet ervan, maar tevens betekent het dat ik niet met de auto naar mijn vriendin in Druten ga. Het is namelijk een chaos op de weg: Nederland staat op zijn kop wanneer er een paar centimeter sneeuw valt.
Ik pak dus de telefoon en klets heerlijk een uur bij met vriendin en drink ondertussen koffie en geniet van de vallende sneeuw. Ik ga er niet meer uit vandaag!!!!Heerlijk met een boek op de bank, de kerstboomlichtjes branden en maak ook nog een paar foto's...gooi de ballen in de sneeuw: kerstkaart voor volgend jaar!!!
En dan gebeurd het .....de telefoon rinkelt: ha, gezellig, even iemand die bij wil babbelen ( Dat hoop ik) . Te laat zie ik dat het een anonieme beller is.En wat dat betekent weet ik maar al te goed: geen hijgers, geen verkooptrucs....nee, dat allemaal is het niet. Het is mijn teamleider en zijn reden van bellen kan ik dromen: wil jij niet komen werken want er zijn weer zieken!!!!
Nee, ik wil niet, denk ik dan, ik heb 4 avonddiensten dan. Echt even balen! Had ik nou maar niet gisteravond die diepvries schoongemaakt!!!!!!
Tja, en omdat mijn plichtbesef te groot is laat het antwoord zich dus weer raden! ik hijs me in de bergschoenen, vertrek op tijd met de fiets door de berg sneeuw en ploeter me naar het werk.....effe flink mopperen en dan maar weer aan de slag. Gelukkig heb ik de foto's nog!!!
Ik ben gewaarschuwd: met de kerst neem ik geen telefoon met anonieme bellers op. Dat iedereen het weet!!

AHAA.....

Zoals een modern ziekenhuis betaamt, worden de nieuwe ontwikkelingen in den lande op de voet gevolgd om de kwaliteit van zorg op een zo hoog mogelijk niveau te houden. Natuurlijk ben ik daar voorstander van en wil ik graag meehelpen om in de top te geraken.
Wat gebeurt er zoal:
We zijn nog niet van de invoering van het EVS bekomen of het EWS dient zich aan. Van gewoon een papiertje met de medicatievoorschriften en gewoon, ouderwets bloeddruk meten en temperaturen dienen we in een rap tempo de nieuwste ontwikkelingen te volgen om het allemaal nog beter en nog veiliger te maken.
In de praktijk betekent het dat de verpleegkundige het digitaal voorgeschreven medicijn, vreselijk goed controleert en al menig ramp heeft voorkomen. Voor de artsen is het extra nauwkeurig werken en met name meer tijd nemen om de receptuur goed te bestuderen.
Vanaf vandaag wordt ook het EWS gemeengoed in het CWZ. Het verschil met EVS is een lettertje, maar owee die W!!!! EWS betekent: Early Warning System. Er zit een hele filosofie achter dat systeem: door vroegtijdig problemen bij patienten op te sporen, deze te melden en acties hierop te ondernemen, is het de bedoeling dat de patienten minder vaak op de MC of IC terecht komen.
In de praktijk betekent dat dat bij elke patient, elke dag de bloeddruk, de pols, de temperatuur, de saturatie, het bewustzijn en de ademhaling gemeten wordt De eerste drie dagen na opname zelfs drie maal per 24 uur. Daarbij nog speciale aandacht voor pijn, vochtinname en urineproduktie . Dit alles gaat gepaard met een nieuw formulier waarop alles in grafieken en tabellen wordt genoteerd. En dat betekent in de ochtend een run op de tensiemeters, saturatiemeters en thermometers om zo de gegevens zo snel mogelijk te verzamelen. Na veel gedoe: moet het puntje van de temperatuur nu in rood of blauw.... hoe zit het nu met de vakverdeling....de kar met verpleegmappen maar midden op de gang......is het gelukt de eerste gegevens in de tabellen te plaatsen!! Een hele klus voor de toch al drukke plegen in de ochtendspits. Het zal me wat worden met die cijfertjes, v-tjes, puntjes enz. Maar het belangrijkste controlepunt heb ik nog niet benoemd:
als laatste, belangrijkste item staat het volgende punt op de kaart : wanneer de verpleegkundige een raar "onderbuikgevoel" bij een patient heeft, kan dat ook gemeld worden en moet de arts komen. En daar ben ik blij mee. Laat dat, naast alle tensies, tempen, saturaties en AH-tellen, maar aan de zusters en broeders over!!!!!! Dat gevoel voor een raar "onderbuikgevoel" hebben ze wel!
En laat dat, naast het meten en weten, een belangrijke raadgever blijven om zo de zorg voor de patient op een zo hoog mogelijk niveau te houden!